“Een tekort aan grondstoffen binnenin je lichaamscellen leidt tot een tekort aan bouwstoffen buiten de lichaamscellen”. Dit is de conclusie van de biochemicus dr. Schüssler. Het klinkt als een tegenstelling, maar dat is het niet.

Met een gezonde voeding regelen we de huishouding van onze bouwstoffen, zoals mineralen.

Met de Dr. Schüssler weefselzouten, ook wel celzouten genoemd, ondersteun je doelgericht de huishouding binnenin de cel. Het lichaam kan dan daarmee de opname van de in de voeding beschikbare bouwstoffen bijsturen.

Hoe werkt dat nou precies?

Een voorbeeld: Een patiënt komt met ijzertekort in mijn praktijk. Zij heeft al vele ijzerpreparaten gebruikt – vaak maandenlang – om het ijzerniveau weer op peil te krijgen. Niets lijkt echt goed aan te slaan; Het ijzerniveau gaat niet echt omhoog of zakt snel weer naar beneden.

Pas na het gebruik van Schüssler celzout nr. 3 Ferrum Phosphoricum D6, stijgt de ijzerwaarde in het bloed en gaan de klachten van vermoeidheid, duizeligheid, een zware menstruatie en een slechte weerstand over. Na langdurige inname van de Ferrum Phosphoricum waren ijzerpreparaten helemaal niet meer nodig.

Bij haar kon het lichaam het ijzer uit de preparaten niet ‘vasthouden’. Pas als daarbij de grondstof ijzer (Schüssler celzout nr. 3 Ferrum Phosphoricum) wordt ingenomen, kunnen de lichaamscellen de toevoer van de grondstof (in dit geval ijzer) uit de voeding verwerken en vasthouden.

Wie was die dr. Schüssler?

Dr. Schüssler groeide op in dezelfde tijd als dr. Hahnemann (1755-1843), de arts die de homeopathie ontdekte, en werd zelf homeopathisch arts in 1858.

Dr. Virchow[1] ontdekte in die tijd door een microscoop dat we opgebouwd zijn uit uiterst kleine lichaamscellen. Daaruit volgde de theorie dat ‘de ziekte van de cel ontstaat door het verlies van anorganische zouten’[2].

Dr. Schüssler heeft 12 anorganische verbindingen (zouten) ontdekt die belangrijk zijn voor het goed functioneren van het lichaam. Deze zouten helpen de balans binnenin de cellen te herstellen.

Zijn celzouten hetzelfde als homeopathische middelen?

Homeopathie is aangewezen op het reactievermogen van de lichaamscellen. De effectiviteit van de werking van homeopathische middelen kan worden versterkt door gelijktijdige inname van de juiste celzouten.

Celzouten zijn meestal tot een D6 of een D12 verwreven, maar niet geschud met schudslagen, zoals homeopathische middelen. Homeopathische middelen zetten de cel aan zichzelf te beschermen (zie het artikel: “Wist je dat homeopathie eigenlijk nanotechnologie is?”). Schüssler celzouten zetten de cel aan tot betere opname van bouwstoffen uit de voeding.

Tijdens mijn opleiding tot homeopaat heb ik leren werken met de celzouten, en zet ik ze in als de situatie daarom vraagt. Schüssler celzouten van VSM komen anno 2019 voor vergoeding in aanmerking indien voorgeschreven door een homeopaat.

Vanja Wierenga is homeopaat en heeft een praktijk in Groningen www.cvkh.nl

Daarnaast is ze bevoegd docent en geeft online trainingen ‘EHBO met homeopathie voor kinderen’, zie www.vanjavitaal.nl

[1] “Zellular-Pathologie”: 1858, Rudolf Virchow.

[2] “Der Kreislauf des Lebens”: 1852, Jacob Moleschott.